Interview met Carolien Steenbergen

Carolien Steenbergen vertaalt al sinds haar studententijd en is daar nooit mee opgehouden. Ze vertaalt vooral romans, thrillers en heeft zich gewaagd aan het vertalen van poëzie. Voor Carolien is vertalen een soort ambacht. In haar interview geeft ze veel tips hoe je dit ambacht het best kan uitoefenen. 

Zou u zichzelf willen voorstellen?

Mijn naam is Carolien Steenbergen en ik vertaal nu meer dan 20 jaar, voornamelijk literaire boeken. Mijn opleiding heb ik genoten in België. Ik heb daar een hele leuke tijd gehad en heb daar voor de talen Italiaans en Frans gekozen. Tot nu toe heb ik meer uit het Italiaans vertaald dan uit het Frans, hoewel het eerder andersom voelt. Tijdens mijn studie heb ik altijd alle kansen aangegrepen om beurzen te benutten om naar het buitenland te gaan. Zo ben ik met een Erasmusbeurs naar de vertaalopleiding in Forlì gegaan. Na België ben ik een jaar in Bologna geweest. Daarna heb ik nog een master Italiaans gedaan in Nederland. Met vertalen begon ik al toen ik Bologna zat en daar ben ik eigenlijk nooit mee opgehouden.

Hoe vindt u het om vertaler te zijn?

Ik hou enorm van het vertalen, maar ik heb het nooit fulltime gedaan, dat zou ik ook niet willen. Ik vertaal meestal alleen, wat ik prettig vind, en af en toe doe ik het samen. Mijn allerlaatste project heb ik met samen met twee collega’s gedaan. Het boek is net uitgekomen, Een kleine geschiedenis van pasta van Luca Cesari, over de geschiedenis van tien beroemde pastagerechten. Als vertaler verdwijn je in een tekst. Wat heerlijk is, maar ik wil niet de hele week verdwijnen. Dus ik heb het altijd gecombineerd met lesgeven.

Wilde u altijd al vertaler worden? Wanneer en hoe is het idee gekomen?

Ik bedacht mij dit pas in een latere fase van de middelbare school. Eerst heb ik in vwo-klas 5 en 6 nog aan andere studies gedacht, maar op een gegeven moment, ik weet niet waardoor, ontwikkelde zich de wens om te gaan vertalen, en in elk geval met Frans. Italiaans heb ik heel intuïtief gekozen. Eerst dacht ik aan Russisch, maar ik vond het Italiaans eigenlijk mooier. Ik was toen nog nooit in Italië geweest, maar mijn liefde ervoor is tijdens de studie gegroeid. Verder wilde ik ook altijd schriftelijk vertalen, want ik voelde mij nooit geroepen om te gaan tolken, een vaardigheid die ik overigens wel bewonder.

Aangezien u Frans en Italiaans heeft gestudeerd: merkt u dat bij vertalen dit elkaar helpt of belemmert het eerder?

Ik had daar bij Frans en Italiaans niet veel last van. Het heeft elkaar vooral ondersteund, omdat ik met Frans ook eerder was begonnen. Toen ik ook Spaans wilde leren, vond ik dat wel erg verwarrend worden met het Italiaans, omdat de twee talen zo dichtbij elkaar liggen. Hoe dan ook, ik vind vertalen uit beide talen even leuk.

Wat was uw eerste vertaling en hoe heeft u dat ervaren?

Mijn eerste vertaling is een roman van Nadia Fusini, Het mooist vond ik haar mond, uitgegeven door Serena Libri in Amsterdam. Hoe dit is gekomen is wel een bijzonder verhaal. Ik hielp mevrouw Ferruzzi van Serena Libri in die tijd met allerhande klusjes. Ik heb haar toen mijn vertaling van Fusini laten lezen, waar ik aan gewerkt had toen ik in Bologna woonde, om deze in te sturen voor de vertaalwedstrijd Nella Vos-Del Mar. Mevrouw Ferruzzi was geïnteresseerd en wilde de tekst graag uitgeven. Dus zo is mijn eerste vertaling op de markt gekomen.

Heeft u genoeg ondersteuning gekregen vanuit de opleiding om zomaar een boek te vertalen? Of liep u tegen andere zaken aan?

Je bent zeker geen geoefende vertaler aan het begin. Nadat ik in Bologna aan de vertaling van Nadia Fusini had gewerkt, heb ik tijdens mijn master en later van mevrouw Ferruzzi veel tips gekregen. Ik heb daar veel van geleerd en daardoor de tekst kunnen verfijnen. Het is in elk geval belangrijk om veel ‘vertaalkilometers’ te maken.

Wat vindt u het leukst en uitdagendst aan vertalen?

Wat ik leuk aan vertalen vind, is dat je heel erg opgaat in een tekst, omdat je je die eigen moet maken. Je krijgt een speciale band met de tekst en de personages. Daarnaast vind ik het interessant om die stem op te zoeken, om een tekst te creëren waarmee je diezelfde leeservaring creëert (dat hoop je) voor de Nederlandse lezer. Die stem probeer ik vooral naar buiten te laten komen in dialogen, wat ik graag doe, maar niet altijd eenvoudig is. Italiaanse zinnen zijn vaak abstracter dan Nederlandse zinnen, die hebben vaak een meer dynamische werkwoordconstructie nodig. Soms moet je behoorlijk vrij zijn om de constructie om te zetten om hetzelfde effect te bereiken. Er zijn vertalers die zeggen: “Nooit zelf een punt zetten of een zin in tweeën knippen.” Maar om hetzelfde effect te bereiken in een bepaalde taal is dat soms wel nodig. Bijvoorbeeld omdat dat voor het Nederlands natuurlijker is, meer voor de hand ligt.

Veel van uw Italiaanse vertalingen zijn uitgegeven door Serena Libri en Xander Uitgevers. Heeft u een vast contract met de uitgeverijen of heeft u zelf een goede relatie gecreëerd?

Een vertaler heeft geen vast contract met een uitgever. Het zijn altijd contracten per opdracht. Ik heb met verschillende uitgevers samengewerkt, zoals Xander Uitgevers, Serena Libri, Ambo Anthos, Prometheus en Sirene. De band met hen is gegroeid. Er zijn grofweg drie manieren om aan opdrachten te komen. Zo heb ik in het verleden mijn cv verstuurd naar verschillende uitgevers, soms met een voorstel erbij of een vertaald fragment. Die aanpak vergt wel een beetje geduld. De meeste uitgevers antwoorden niet, maar soms krijg je wel degelijk een antwoord terug. Bij enkele uitgevers is het bij mij zo begonnen. Misschien ga je niet vertalen wat je hebt voorgesteld, maar het plant wel een zaadje. Een andere manier is benaderd worden via vertalerslijsten die op internet staan, zoals het bestand van het Expertisecentrum Literair Vertalen. Of een eigen website hebben. Als laatste vind je opdrachten via netwerken tussen vertalers, waar je bijvoorbeeld werk van een andere vertaler, die geen tijd heeft, kunt overnemen.

Heeft u ook een favoriet genre dat u vertaalt of zou u nog een genre willen vertalen?

Als lezer ben ik wat literairder gericht, dus een goed literair boek zou interessant zijn. Ik merk wel dat ik aardig wat boeken heb vertaald die ik zelf in eerste instantie als lezer in de boekhandel niet zou kiezen, maar zo kom je wel in aanraking met andere schrijvers en genres. Vertalen is naar mijn mening een ambacht. Iemand geeft je een opdracht, net zoiets als: zet dit keukenkastje in elkaar. Het is dan misschien niet helemaal jouw smaak, maar het is wel interessant en leuk om te maken. Zo zie ik dat ook met vertalen. Natuurlijk heb je soms dat je een boek leest en denkt: “wow, dit zou ik willen vertalen”; nou daar kan je dan altijd iets mee proberen. Wat ik bijvoorbeeld graag nog eens zou willen vertalen is een Franse Goncourt-winnaar van Lydie Salvayre, Pas Pleurer, of weer een poëziebundel.

Heeft u een werkwijze, vertaalstrategie of tools die u gebruikt om een goede vertaling te vinden?

Er zijn verschillende stappen die ik volg, maar eerst lees ik het boek in de brontaal. Mijn vertaalproces is eigenlijk nogal gelaagd. Ik sleutel niet direct oeverloos aan één hoofdstuk totdat het goed is; ik ga eerst door. Er moet eerst een grondversie op papier staan en op een gegeven moment krijg ik zin om die te verfijnen. Dat kan na twee of drie hoofdstukken al zijn of pas later. Als ik verfijn, pak ik soms de bron erbij, maar in sommige fases doe ik dat ook bewust zonder bron. Dus ik ga iedere keer terug en vertaal zo als het ware in lagen. Pas helemaal aan het einde zijn er soms nog dingen die onduidelijk zijn of waarover ik twijfel. Ik probeer eerst zoveel mogelijk zelf uit te zoeken, pas in een later stadium doe ik navraag bij de auteur.

Wanneer bent u zeker van de juiste vertaling?

Dat is een proces van herlezen, een soort zoekproces waar je uiteindelijk die keuze maakt. Verschillende criteria kunnen daar een rol in spelen, soms is de letterlijke inhoudelijke betekenis minder belangrijk dan op andere plekken. Er is nooit één vertaling. Een ander zou het weer anders doen en dat wil niet zeggen dat het minder goed is. Een vertaling is nooit écht af. En dat is ook een beetje frustrerend. Daarom durf ik als een net boek uit is, het vaak helemaal nog niet open te slaan, dat komt meestal pas later.

U heeft gedichten van Elio Pecora vertaald voor een tweetalige bloemlezing. Heeft u er bewust voor gekozen om poëzie te vertalen of bent u daarvoor gevraagd?

Dat was een project van een collega, Gandolfo Cascio. Ik ontdekte dat ik het een boeiend proces vond en het genre mij erg aanspreekt. Het waren kleine stukken, een soort kleine diamanten waar je iedere keer mee aan de slag kunt. Met sommige gedichten heb je niks, dan lukt het niet, omdat ze niet echt tot je komen. Poëzie is moeilijk om bij uitgevers ondergebracht te krijgen, want in het algemeen wordt er niet veel vertaalde poëzie uitgegeven.

Over welke vertaling bent u het meest trots op of bent u het meest tevreden over of welke vond u het leukst om te vertalen?

Ik ben niet zo snel trots op een tekst, maar kan er met veel liefde aan werken en er tevreden over zijn. Het is moeilijk om te kiezen welke vertaling ik het leukst vond. Alle boeken roepen ook bepaalde herinneringen op. Aan Het mooist vond ik haar mond van Nadia Fusini heb ik een bijzondere herinnering, omdat het mijn eerste vertaling was. Maar Intrigo Italiano van Carlo Lucarelli vond ik wat betreft het verhaal heel leuk, omdat het zich afspeelt in Bologna, een stad waar ik veel van hou.

Wat voor gouden tip(s) zou u kunnen geven aan een beginnende vertaler?

Blijf altijd onvermoeibaar je best doen om een opdracht binnen te krijgen. Ga ook zoveel mogelijk naar het land om echt die voeling te krijgen met de spreektaal. Dat heeft mij ontzettend veel geholpen en heb je nodig als je goed wilt kunnen vertalen. Daarnaast, heel veel lezen. Niet alleen in je brontaal maar ook in je doeltaal. Pak ook eens een boek en de vertaling ervan, en vergelijk ze om te kijken hoe de vertaler dingen heeft aangepakt. En tot slot, nogmaals: die ‘vertaalkilometers’ maken.

Lees het volgende interview met literair vertaler:  
Dorette Zwaans: https://letrecorone.nl/interview-met-dorette-zwaans/
Saskia Peterzon: https://letrecorone.nl/interview-met-saskia-peterzon/
Sandra Verhulst: https://letrecorone.nl/interview-met-sandra-verhulst/
Lees hier de interviews met zakelijke vertalers: https://letrecorone.nl/vertalie-zakelijke-vertalers/
Lees hier de interviews met tolken: https://letrecorone.nl/vertalie-tolken/